Voordelen en eigenschappen van pocketvering matrassen

Deze matras is opgebouwd uit tonvormige kleine veren per vierkante meter. Elke veer is afzonderlijk verpakt in een katoenen of non-woven hoes. Bij toepassing van soepele afdeklagen komt het karakter van het pocket-binnenveringinterieur goed tot zijn recht. De afdeklagen kunnen bestaan uit Latex, Polyether, Traagschuim/NASA Foam en HR Foam.

Belangrijk zijn de diktes van de afdeklagen, u moet er op letten dat de afdeklaag minimaal2,5 cm. is. Zo voorkomt u snelle kuilvorming van uw matras. Pocket-binnenveringmatrassen met tonvormige veren bieden comfort met meer souplesse. Er kunnen comfortzones gecreëerd worden door variatie in de draaddikte van de veren. Tevens zijn er Micro pocketveren matrassen die bestaan uit zeer kleine veren die nog beter met het lichaam meeveren.

Door pocketveermatrassen te combineren met een boxspring van een goede verende kwaliteit, ontstaat er een dubbele verende werking. Deze combinatie van dragen en ondersteunen geeft het ultieme luxe gevoel, zoals men gewend is te slapen in goede hotels!

 

Voordelen en eigenschappen van binnenveringmatrassen

Deze matras is ook bekend onder de naam “Bonell-binnenvering matras.

Een groot aantal stalen veren die met elkaar verbonden zijn vormt het binnenwerk van deze matras. De hoeveelheid veren per vierkante meter, het aantal slagen en de vorm van de veer, de dikte van het soepele en veerkrachtige staaldraad zijn bepalend voor de veerkracht en de souplesse van de matras.

In combinatie met passende afdeklagen ontstaat een matras met redelijk tot goede conformiteit, goede tot zeer goede ventilatie en zeer goede vochtregulatie.

Binnenvering matrassen zijn geschikt voor gebruik op goed verende en ventilerende matrasdragers, maar zijn zeker niet geschikt voor elektrische matrasdragers. Deze matras wordt vaak op vakantieverblijven gebruikt.

Eigenschappen van een binnenveringmatras:

– redelijk ligcomfort

– zeer goed ventilerend

– voelt zeer koel aan

 

Geschiedenis van de matras

Het woord matras is ontstaan uit een Arabisch woord dat ”een mat in een bepaald gebied ” betekende. Tijdens de assimilatie van Europese en Arabische culturen is dit uiteindelijk het woord “materas” en dus uiteindelijk matras geworden.

Ruim 10.000 jaar voor Christus waren mensen al bewust bezig met de materialen waar ze op sliepen. Deze eerste matrassen werden gemaakt van bladeren en verschillende grassoorten.

In Egypte werd voor het eerst het matras van de grond omhoog geplaatst door middel van een ledikant. De voordelen zoals minder ongedierte en minder tocht werden al snel duidelijk zodat men zo ook in andere landen begon te slapen.

Tot 500 na Christus sliepen de Romeinen op een zeer bijzondere wijze. Voor het slapen gaan nam men een warm bad om in te doezelen. Als de slaap dan bijna zijn intrede maakte werd de persoon op een soort matras gelegd die zachtjes heen en weer gewiegd werd. Deze matrassen waren stoffen zaken, gevuld met hooi, riet en wol. Was men rijker, dan werden deze matrassen nog aangevuld met veren.

De 15e eeuw kenmerkt zich als het begintijdperk van de luxe matrassen. Deze werden gevuld met riet, bladeren en stro en afgewerkt met fluweel en zijde. Aansluitend deed in de 16e het ledikant zijn intrede. Dit platform werd met leer en touwen omrand.

In de 18e eeuw werd de basis gelegd voor onze huidige matrassen. In het begin van de 18e eeuw werden de matrassen veelal van katoen en wol gemaakt. Vanaf het midden van de 18e eeuw werden deze vervangen door paardenhaar en kokosvezels. De zak met vulling (het matras) werd dichtgeknoopt door middel van knopen en de randen werden gestikt.

Ook werden in deze tijd de eerste gietijzeren springbedden uitgevonden. In eerste instantie werd dit vooral gebruikt voor stoelzittingen. Uiteindelijk is het uitgegroeid tot de bouw van het spiraalveer bed. Het eerste binnenveringsmatras werd uitgevonden door de Duitser Heinrich Westphal in 1871.

Na de Tweede Wererldoorlog begon men met het maken van matrassen van synthetische schuimen. De voordelen qua levensduur, hygiëne en comfort waren enorm. Begin tachtiger jaren kwam NASA met een revolutionair materiaal dat nu bekend is met de naam traagschuim. Dit word ook wel Tempur, M-Line visco-elastich schuim of memory foam genoemd. Overigens werd het pas in de jaren 90 op de consumentenmarkt geïntroduceerd.

Ook werd in deze periode het pocketveer matras ontwikkeld. Deze verbeterde versie van het ouderwetse binnenveringsmatrassen, is inmiddels dusdanig ingeburgerd, dat meer dan 2/3 van de volwassen Nederlanders hierop slapen.

Geschiedenis van het slapen

Middeleeuwen

In de middeleeuwen kwamen de mensen na zonsondergang weinig buiten. De nacht werd gezien als gevaarlijk en was vooral het domein van criminelen en dronkelappen. Over het algemeen ging men dan ook binnen enkele uren na het ondergaan van de zon slapen. Na vier uurtjes nachtrust kwamen de meeste mensen echter alweer uit bed. Zij bleven vervolgens een uur of twee wakker, waarna ze begonnen aan hun ‘tweede slaap’.

Gedurende die nachtelijke uurtjes waarop ze wakker waren ontplooiden de middeleeuwers allerlei activiteiten. Sommigen deden nog wat aan het huishouden, anderen begonnen te lezen of te bidden. In gebedsboekjes uit de 15de eeuw staan zelfs speciale gebeden voor tussen de twee slaapperiodes. Een dokter uit de 16de eeuw wist echter een nog veel betere invulling van de nachtelijke activiteit. Hij adviseerde zijn patiënten om niet aan het einde van de dag, maar na de eerste slaap te proberen een kindje te verwekken, want dan ´genoten zij er meer van´ en ´ging het beter´.

Nachtelijke ontmoetingen

De negatieve houding ten opzichte van de nacht veranderde enigszins rond de 17de eeuw. Tijdens de Reformatie en Contrareformatie moesten zowel katholieken als protestanten regelmatig hun toevlucht zoeken tot nachtelijke missen. Hierdoor was de nacht niet langer alleen het toneel van de losbandigheid, maar begaven ook de beschaafde mensen zich in het donker buitenshuis. Daarnaast kwam tegen het einde van de 17de eeuw in steeds meer Europese steden ook de straatverlichting op. Het resultaat was dat mensen zich vaker begaven in het nachtleven en dus minder tijd overhielden om in bed te liggen.

Industriële revolutie

De grootste verandering kwam echter pas in de 19de eeuw met de industriële revolutie. Veel arbeiders werkten 12 tot 14 uur op een dag en hielden geen tijd meer over om ’s nachts wakker te blijven. In een medisch journaal uit 1829 werd ouders dan ook aangeraden om hun kinderen af te leren in twee sessies te slapen. “Zolang ze niet ziek zijn, hoeven ze niet meer dan eenmaal op de dag te slapen. Draaien zij zich toch nog een keer om, dan dienen zij hierop terechtgewezen te worden”, aldus het advies. Opmerkelijk genoeg werd er in deze periode ook voor het eerst melding gemaakt van een aparte vorm van slaapstoornis, waarbij mensen midden in de nacht wakker werden en niet meer verder konden slapen.

21e eeuw

Vandaag de dag realiseren we ons dat slapen een erg belangrijke factor is voor ons functioneren in de huidige maatschappij. We slapen gemiddeld 1/3e deel van ons leven en dus is het van belang om een goed bed te hebben. Er is immers geen ander product in ons dagelijks bestaan wat zo intensief gebruikt wordt en zo bepalend is voor de ons welzijn!

[/vc_column_text]