Geschiedenis van het beddengoed

Vanaf 3000 voor Christus maakten de Grieken van hun bed meer dan alleen een plaats om te slapen. Met huiden en kussens werden de bedden mooi gedecoreerd. Het kussen werd in die tijd een status symbool. Zij die hun hoofd ten ruste legden op een kussen stonden namelijk hoger op de sociale ladder.

In de Middeleeuwen waren dekens van wollen laken, soms gevoerd met bont. De dekens van de armen waren versteld en tot op de draad versleten, zij hadden meestal te weinig en te dunne dekens.  De lakens waren gemaakt van vlas, hennep, pluiskatoen of grof linnen. Een sprei werd gebruikt als dekbed. Als laatste gebruikte men een hoofdpeluw (het gewone kussen) en soms nog een extra stel hoofdkussens (vaak gevuld met donsveren).

Vandaag de dag zijn bedlinnen, dekbedden en kussens een wezenlijk onderdeel van slapen en het slaapgenot geworden. Iedereen kent het frisse gevoel wanneer men in een vers gewassen en opgemaakt bed kruipt. Belangrijk bij aanschaf van beddengoed zijn hygiëne, comfort en gebruiksgemak.

Daarnaast kan men door middel van het bedlinnen het bed een modieuze of trendy uitstraling geven. Grote modemerken zoals Esprit, Ralph Lauren en GANT USA hebben al jaren een speciale bedlinnen collectie. Hierdoor is het mogelijk om op vrij eenvoudige wijze een eigen stijl of smaak door te voeren. Zeker wanneer dit gecombineerd met de keuze van een boxspringcombinatie, omdat deze ook in diverse kleuren, stijlen en modellen leverbaar zijn.

 

Geschiedenis van het slapen

Middeleeuwen

In de middeleeuwen kwamen de mensen na zonsondergang weinig buiten. De nacht werd gezien als gevaarlijk en was vooral het domein van criminelen en dronkelappen. Over het algemeen ging men dan ook binnen enkele uren na het ondergaan van de zon slapen. Na vier uurtjes nachtrust kwamen de meeste mensen echter alweer uit bed. Zij bleven vervolgens een uur of twee wakker, waarna ze begonnen aan hun ‘tweede slaap’.

Gedurende die nachtelijke uurtjes waarop ze wakker waren ontplooiden de middeleeuwers allerlei activiteiten. Sommigen deden nog wat aan het huishouden, anderen begonnen te lezen of te bidden. In gebedsboekjes uit de 15de eeuw staan zelfs speciale gebeden voor tussen de twee slaapperiodes. Een dokter uit de 16de eeuw wist echter een nog veel betere invulling van de nachtelijke activiteit. Hij adviseerde zijn patiënten om niet aan het einde van de dag, maar na de eerste slaap te proberen een kindje te verwekken, want dan ´genoten zij er meer van´ en ´ging het beter´.

Nachtelijke ontmoetingen

De negatieve houding ten opzichte van de nacht veranderde enigszins rond de 17de eeuw. Tijdens de Reformatie en Contrareformatie moesten zowel katholieken als protestanten regelmatig hun toevlucht zoeken tot nachtelijke missen. Hierdoor was de nacht niet langer alleen het toneel van de losbandigheid, maar begaven ook de beschaafde mensen zich in het donker buitenshuis. Daarnaast kwam tegen het einde van de 17de eeuw in steeds meer Europese steden ook de straatverlichting op. Het resultaat was dat mensen zich vaker begaven in het nachtleven en dus minder tijd overhielden om in bed te liggen.

Industriële revolutie

De grootste verandering kwam echter pas in de 19de eeuw met de industriële revolutie. Veel arbeiders werkten 12 tot 14 uur op een dag en hielden geen tijd meer over om ’s nachts wakker te blijven. In een medisch journaal uit 1829 werd ouders dan ook aangeraden om hun kinderen af te leren in twee sessies te slapen. “Zolang ze niet ziek zijn, hoeven ze niet meer dan eenmaal op de dag te slapen. Draaien zij zich toch nog een keer om, dan dienen zij hierop terechtgewezen te worden”, aldus het advies. Opmerkelijk genoeg werd er in deze periode ook voor het eerst melding gemaakt van een aparte vorm van slaapstoornis, waarbij mensen midden in de nacht wakker werden en niet meer verder konden slapen.

21e eeuw

Vandaag de dag realiseren we ons dat slapen een erg belangrijke factor is voor ons functioneren in de huidige maatschappij. We slapen gemiddeld 1/3e deel van ons leven en dus is het van belang om een goed bed te hebben. Er is immers geen ander product in ons dagelijks bestaan wat zo intensief gebruikt wordt en zo bepalend is voor de ons welzijn!